Postpoliosyndroom (PPS)

Polio, kinderverlamming

Kenmerken
Polio (poliomyelitis anterior acuta) is een infectie die wordt veroorzaakt door een virus, meestal het poliovirus. De ziekte verloopt meestal zonder symptomen of in de vorm van lichte, griepachtige verschijnselen. In een klein aantal gevallen tast het virus bepaalde cellen in het ruggenmerg aan waardoor verlammingsverschijnselen optreden.
Een deel van de getroffen patiënten herstelt volledig. Bij anderen blijven meer of minder ernstige restverschijnselen bestaan. Mensen die polio hebben doorgemaakt kunnen, vele jaren later, het postpoliosyndroom (PPS) ontwikkelen.

Voorkomen en ziekteverloop
In 1957 werd vaccinatie tegen polio mogelijk. Sindsdien komt polio in de westerse wereld nog maar zelden voor.

Een deel van de mensen die ooit polio kregen, blijkt vijftien tot veertig jaar na de oorspronkelijke acute ziekte last te krijgen van nieuwe verschijnselen zoals:

  • vermindering van spierkracht, soms ook in voorheen normaal functionerende spieren;
  • vermindering van uithoudingsvermogen;
  • ongewone en snelle vermoeidheid;
  • spier- en/of gewrichtspijn;
  • slecht verdragen van kou;
  • in een enkel geval ademhalings- en slikproblemen.

Oorzaak en behandeling
De klachten worden veroorzaakt doordat zenuwtakjes die na de polio werden gevormd en de verbinding van de spiervezels met het ruggenmerg gedeeltelijk herstelden, geleidelijk aan hun functie verliezen. Chronische overbelasting blijkt een belangrijke factor te zijn bij het postpoliosyndroom.

Als er sprake is van het postpoliosyndroom is het belangrijk grote lichamelijke inspanning te vermijden en rust te nemen bij optredende vermoeidheid. Wel is het goed niet-inspannende oefeningen te doen onder leiding van een fysiotherapeut maar daarbij mag de vermoeidheidsgrens niet overschreden worden.